zaterdag 18 februari 2012

Dagverslag donderdag 16 februari


Slapen bij de Bedoeinen

Vanochtend zijn we om ongeveer zeven uur opgestaan. Een aantal mensen waarschijnlijk ook eerder om nog onder één van de vier douches te kunnen. Sommigen hebben niet zo goed geslapen, omdat het vrij koud was zo buiten in de woestijn. In een grote tent aan de andere kant van het bedoeïenkamp kregen we een stevig ontbijt genuttigd. Toen we in de bus stapte was al goed te merken dat een aantal mensen erg moe was. 

Arad
Om half negen zijn we weggereden in de richting van de stad Arad. Arad is gesticht in 1961 in de buurt van de fabrieken bij de Dode zee. Zo hoefde de mensen die in de fabriek werkte niet ver te reizen naar hun werk. In de buurt van Arad ligt Tel Arad, een oude plaats die waarschijnlijk bewoont is van 3000 – 2650 v. Chr. Er waren typisch blokvormige huisjes met maar één kamer. Later heeft de plaats gediend als een Israëlisch fort. Dit gebruikte ze om het vruchtbare gedeelte van het land ten Noorden van Tel Arad te beschermen tegen indringers van buiten af. De stad is waarschijnlijk onbewoond geraakt doordat er waarschijnlijk minder regen viel en het leven in de stad te moeilijk werd.
Buiten wilde men het liefst snel de bus weer in, omdat het niet geheel droog was en het niet zo warm was als de dagen ervoor. De gids heeft ons dus vrij snel door de opgraving van de stad heen geleid, zodat we snel in de bus in konden, dachten we, maar bij het fort hebben we alsnog een uitgebreide uitleg gehad van een aantal professoren.

Fontein van tranen
Na een korte rit met de bus zijn we in de huidige stad Arad naar een groot overdekt kunstwerk geweest, ‘’Fontein van tranen’’ genaamd. De uitleg die we kregen over de betekenis van het kunstwerk is hieronder uitgewerkt.
Uitleg van de kunstobjecten
In het werk is de herinnering van de Holocaust gecombineerd met de zeven kruiswoorden. In een muur van Jeruzalem steen zijn zeven panelen gemaakt. Uit de muur van Jeruzalem steen kwam het figuur van Christus naar voren, symbolisch staat het ervoor dat Jezus de koning van de Joden is. Het kruis was niet uitgebeeld, omdat het te confronterend is voor de Joden die onder het kruis ook veel hebben geleden.

Op het eerste paneel is Christus gericht naar zijn vader en vraagt vergeving voor de mensen die niet weten waar ze mee bezig zijn. Bij het kruis staat een Joodse man die de concentratiekampen heeft overleefd en door dit beeld van Christus geconfronteerd wordt met zijn moeite om te vergeven en te vergeten wat er is gebeurd. Hij zit in dubio omdat hij niet wil vergeten wat er is gebeurd, maar eigenlijk wel wil vergeven.

Bij het tweede paneel kijkt Christus naar rechts. Het staat ervoor symbool dat de moordenaar aan Christus vraagt om aan hem te denken als Hij in Zijn koninkrijk komt. Christus zegt tegen de moordenaar naast hem dat hij heden met Hem in het paradijs zal zijn.  De Joden hebben in de gaskamers ook uitgeroepen tot God en God heeft Zijn volk ooit beloofd om zijn volk terug te brengen. Hierin wordt overeenkomst gezien tussen Christus en het lijden van de overlever van de Holocaust die voor Christus stond.

Op het volgende paneel kijkt Christus naar beneden onder het kruis. Hij spreekt zijn moeder  en zijn naaste discipel aan. Jezus zegt‘’Dat is uw zoon’’ tegen zijn moeder en tegen zijn leerling ‘’Dat is je moeder’’. Het is de zorg van Jezus als zoon voor Zijn moeder. De last van de zorg legt Hij op de schouder van Zijn discipel.

Het vierde paneel is de meest dramatische. Een schreeuw naar God. ‘’Mijn God, mijn God, waarom heeft u mij verlaten?’’ Een citaat uit Psalm 22. Christus vervult die passage. Christus heeft de nauwste relatie met God, maar tijdens de kruisiging roept Hij toch deze woorden uit. Ook de overlevende voor het kruis roept het uit. Uit getuigenverslagen blijkt dat ook in de gaskamers de mensen uitriepen naar God en vroegen waar Hij was.

Op het vijfde paneel hangt Christus naar beneden. ‘’Mijn dorst.’’ Vele Joden zijn in de wagons op weg naar de kampen omgekomen van de dorst. Ook in de kampen zelf was uitdroging na moord de belangrijkste doodsoorzaak. De overlevende heeft een hand ontvangende houding. Hij verlangt iets van Christus, het levende water.

Bij het zesde paneel is Christus gericht op de mensen. Hij roept uit dat het is volbracht. Er was voor de zonde betaald. Dit is een schril contrast met de moord op 6.000.000 Joden. Dat is 2/3 van de  Europese Joden toen.

Het laatste paneel staat voor het laatste kruiswoord. ‘’Vader, in uw handen beveel Ik Mijn geest.’’ Christus is gestorven. De overlevende uit het concentratiekamp is ingestort en ligt op de grond, maar hij duwt zich een beetje op alsof hij zijn vertrouwen stelt op Christus en zijn geest in Zijn handen wil bevelen.

Iedereen was stil van de indruk die dit kunstwerk heeft gemaakt. Ieder heeft het op zijn eigen manier meegenomen, maar de uitleg bij het werk heeft een onvergetelijke indruk achter gelaten. We zijn hier onverwacht naartoe gegaan, maar het was zeker de moeite waard.

Wandelen door de kloof

Tussen de middag hebben we ergens in een winkelcentrum gegeten. Daarna zijn we doorgereden naar de oase En Avedat. Het is een beekje dat stroomt door een mooie bergpas. Langs het water stonden allerlei planten, terwijl het hogerop rotsachtig en droog was. Tussen de rotsen en de planten ontdekte we een aantal steenbokken. Het symbool van de nationale parken. Dit was het tiende en laatste nationale park dat wij bezochten.

Ben Goerion
Vergezichten
Verder opweg in de richting van het vliegveld zijn we uitgestapt bij het graf van David Ben Goerion (1886-1973). Hij heeft zich ingezet voor de oprichting van de staat Israel. Hij was de eerste president van Israel en stond bekend om als samenbindende factor tussen de verschillende volken. Na zijn werk in de politiek heeft hij zich terug getrokken in een net gestichte Kibboets. Het vliegveld waarnaar we op weg waren is ook naar hem vernoemd.
Als onderbreking van de drie uur lange rit naar het vliegveld zijn we een drinkgelegenheid langs de weg ingegaan om daar te genieten van een kop koffie of een sapje. Dit drankje hadden we te danken aan professor Hofman. Daarvoor alsnog hartelijk dank.

Jaffa
In Jaffa, het vroegere Joppe, hebben we uitgebreid gegeten in een restaurant. Door sommige omschreven als het laatste maal. We hebben er bijna de hele avond aangezeten en genoten van een zeer uitgebreid voorgerecht van salades, een heerlijk hoofdgerecht van rijst, aardappels en vlees en als belangrijkste een lekker toetje van appeltaart, pudding, brownies en ijs.
We gingen pas ’s nachts vliegen, de meeste mensen waren gesloopt van alle indrukken en de weinige slaap die ze hadden gehad. Maar voor zover ik het gehoord heb, heeft iedereen de reis als heel waardevol ervaren. We hebben enorm veel geleerd uit de Bijbel en over het land en de cultuur en natuur van de Bijbel ook aan de hand van de Bijbel.

Bedankt voor het lezen en het meeleven met ons.


Met vriendelijke groet, Klaas-Jan de Jong







Geen opmerkingen:

Een reactie posten